Week 17 november

24 november, half 4, samen met Lies en haar camper trek ik de Rivierenwijk in. We parkeren in de Deltalaan ter hoogte van de Volkerakstraat. De keuze heeft wat mij betreft vooral te maken met een portiek waarin altijd geweldige wassen hangen. Ik mag de rechterkant van het portiek doen, dan kom ik die wassen vanzelf tegen. Lies neemt de andere kant. Ze verdwijnt met een jonge man naar binnen. Ik ga er maar van uit dat het goed gaat.

Op mijn adres opent een jonge Turkse vrouw de deur. Ze ziet er geagiteerd uit. Ze is heel vriendelijk maar ook beslist dat ze echt geen tijd heeft. Ze is druk aan het koken voor het bezoek van vanavond. Ik stel toch gauw een paar vragen. Ze was 1 ½ toen ze hier kwam wonen, 30 jaar geleden. Haar ouders wonen nu in de seniorenwoningen vlak bij en ze vindt het fijn waar ze woont. Ik laat haar lekker koken en ga een flat hogerop om daar mijn geluk te beproeven. Helaas geen gehoor. Later hoor ik op nr. 29 dat de bewoners naar Mecca zijn, inderdaad samen met Nazim van de Haringvlietstraat.

DSC06729

Op nr. 29 heb ik dus meer geluk. Een Turkse vrouw wil me wel binnen laten. Als ik m’n jas op de enorm hoge kapstok probeer te krijgen roep ik uit dat ze vast een lange echtgenoot heeft. Lachend geeft ze dat toe. Ze is zelf beslist niet groter dan ik, dus het is een raadsel waarom iemand zoiets niet al lang veranderd heeft. ik begrijp niks van die Turkse vrouwen.
Ze loopt moeizaam en als ik er naar vraag blijkt ze enorm veel pijn in haar rug te hebben. Bovendien moet haar baarmoeder er binnenkort uit; binnen 5 minuten hebben we een ernstig gesprek over haar gezondheid. Ze werkt bij een computerbedrijf in Apeldoorn, maar ze zit dus in de ziektewet. Door deze verhalen ben ik vergeten haar naam op te schrijven.
Ik vertel haar dat mij haar geweldige wassen altijd zo opvallen. Ze moet er om lachen en bevestigt dat ze echt elke dag zowel voor als achter was heeft hangen. Het is een bijzonder leuke vrouw en we hebben veel lol over haar waswoede. Ze is 40 jaar en woont al 34 jaar in Nederland. Altijd in de Haringvlietstraat gewoond, waar haar ouders en een zus nog wonen. Sinds ‘98 woont ze met man en 3 kinderen in de Volkerakstraat. Haar broer woont een portiek verder.
Vroeger hadden ze wel contact met de Nederlandse buren, nu nog maar weinig. De jongeman waar Lies mee verdwenen is, is een man alleen die er nog niet zo lang woont. Ze hebben geen contact met hem. Boven wonen vooral Chinese studenten die veel rotzooi maken en daar maakt ze zich erg boos over. Daar komt n.l. ongedierte van. Ze lopen met lekkende vuilniszakken over de trappen, die zij en haar Turkse buurvrouw dan weer met Glorix te lijf gaan, kortom, er is geen vriendelijk contact.

Haar dochter Ozlem van bijna 18 komt er bij zitten. Ze heeft ons horen praten over de wassen en ze zegt lachend dat haar vrienden ook zeggen dat hun balkon nooit zonder was is. Ik vertel ze over mijn wasjesfoto’s en laat ze mijn schriftje met wasjes zien. Dat vinden ze echt gek, maar wel grappig.
Ozlem heeft op de Deltaschool gezeten. Dat was oké, maar wel jammer dat er bijna alleen Turkse kinderen op zaten en ze zo dus niet genoeg Nederlands oefenen. Ik vraag waarom ze dan niet gewoon Nederlands praten maar dat gaat eigenlijk altijd vanzelf over in het Turks/Nederlands, zo’n eigen taaltje. Daarna ging ze naar het Stormink en nu zit ze op het ROC. Ze gaat van de Zorg over naar een economische richting want ze wil HBO-juridische dienstverlening gaan doen. Eigenlijk wil ze onderzoekswerk gaan doen voor de politie of zoiets, in elk geval iets spannends. Ze heeft een saai leven, dus als ze straks 18 is gaat ze helemaal los. Haar moeder schudt haar hoofd maar ze moet er ook wel om lachen. Die twee hebben het goed, dat zie je zo.
Vroeger ging Ozlem wel naar de Bron voor activiteiten en ze deed zaalvoetbal in de Deltaschool. Nu is ze te druk met haar stage en school en doet ze niks meer. Nee natuurlijk gaat ze niet naar het theehuis of de Pizzeria, dat is voor mannen. Ze heeft zowel Turkse als Nederlandse vrienden.

Haar moeder zegt dat de Rivierenwijk oké is maar de flat niet. Ze zou zo graag op deze zelfde plek een gewoon huis willen en dan met een tuin. Vooral vanwege de groente. Ozlem zegt dat Turkse families het liefst hun eigen groente verbouwen en dat ze echt balen van de flat vanwege altijd de geluiden en rotzooi van anderen. De Chinesen koken vreselijk vies, dat ruikt de hele flat en hun portiek ziet er inderdaad slecht uit. De Amerva zal wel de balkonhekken vernieuwen en dat is fijn, maar toch, dat huis met de tuin he.
Ze gaan een keer per jaar naar de vereniging van eigenaren. Ozlem heeft van een vriendin gehoord dat deze flats op den duur ook afgebroken worden, maar ze weten het officieel niet. Hebben nooit een uitnodiging voor een vergadering over wijkvernieuwing gehad, maar zijn er dus van overtuigd dat ze ooit gesloopt gaan worden. Ze doen boodschappen op het plein maar ook bij Dirk en de Aldi. Ze missen een Edah, die heeft meer producten en het zou geweldig zijn als er een markt was, een keer per maand is al mooi.

Beiden voelen zich veilig in de wijk maar Ozlem vindt de Afrikanen die op straat lopen soms eng. Vroeger woonden er veel meer Nederlanders in de wijk zegt moeder, waar je ook goed contact mee had. Nu wonen er veel minder families en met de Polen en de Chinesen heb je sowieso geen contact. De eerste drinken vaak te veel. Op haar werk waren ze soms ’s morgens vroeg al dronken.
Beiden zeggen dat ze aan geen enkele activiteit in de wijk deelnemen. Naar hun zeggen is er echt helemaal niks voor Turkse vrouwen. Vanuit de Moskee wordt er af en toe wel een reisje georganiseerd, waar haar moeder mee ging. Die vertelt nog dat ze 10 jaar geleden haar rijbewijs heeft gehaald maar dat ze nooit meer rijdt omdat ze bang is. Ik heb een beetje met haar te doen. Met al die lichamelijke klachten zit ze dus behoorlijk aan huis gekluisterd. Haar Nederlands is beslist niet goed. Die lange man zal er wel debet aan zijn. Toch was het een bijzonder gezellig en vrolijk bezoek.

Ik klim omhoog en bereik op nr, 33 de Chinese afdeling van deze portiek. Een mooie jonge Chinese staat me in uitstekend Engels te woord. Ja hoor, ik mag binnen komen. Ze heet Shen Ruan en ze woont hier vier maanden. Ze woont in een in vieren gedeelde flat. Ze heeft de grootste kamer, maar ik begrijp dat ze allemaal ongeveer € 400,– per maand per kamer betalen. Dat is lekker cashen lijkt me. Ze blijft vier jaar en doet de IBMS-studie, dat is een businessstudie. In elk geval wil ze over vier jaar in China Officemanager worden. Nederland was door haar Chinese leraar aanbevolen, de opleiding staat daar goed bekend.
Ze klaagt heel erg over de Amerva. Die doet niets aan het kapotte raam en aan al het vuil. Ze belt er eindeloos over. Ze heeft ruzie met de Turkse bewoners, Die schelden op hen omdat ze denken dat zij al het vuil maken, maar dat is niet zo. Toen ze deze flat via Saxion kregen liepen er overal muizen en was het heel erg vuil. Dat hebben ze allemaal schoon gemaakt. Ik moet toegeven dat de flat er van binnen goed onderhouden uitziet. Bij haar buren stond een ongelooflijk vieze oude koelkast buiten, maar bij haar ziet het er goed uit.
Shen leeft in deze kamer en op school. Soms gaat ze winkelen in de stad met Chinese vrienden, maar met de wijk of met Nederlanders heeft ze geen enkel contact. De Rivierenwijk is oké want het is ruim, groen en er is weinig verkeer en lawaai, dus prima. Alleen jammer van die Turkse buren. Ze proberen volgend jaar zelf een huis te huren, dat is vast goedkoper. Ik weet het wel zeker.

Ik vind Lies in de camper, die heeft al een heleboel avonturen beleeft. We vinden het een goed bestede middag en besluiten deze werkwijze nog eens te herhalen.

’s Avonds om 19.00 uur heb ik een afspraak met Joanna om op Polenjacht te gaan. Vooroordeel: zou ze wel klaar zijn? Ja hoor, ze staat klaar en ze heeft zelfs een fiets met licht! Ik heb op de weg naar haar flat gezien dat in de Poolse winkel licht brandt en dus gaan we daar eerst heen. We treffen er twee Poolse vrouwen en twee jongens van ca. 10 jaar. Joanna doet het uitstekend, Ze zegt dat we een soort sociologisch onderzoek doen in de wijk en dat we graag iets willen weten over de Poolse mensen die in de winkel komen en in de wijk wonen. Helaas, de winkelmevrouw woont niet in deze wijk en houdt de boot behoorlijk af. Ze werkt net als man overdag bij Godschalk en daar is ze best tevreden over. De jongens gaan naar een Nederlandse school en hebben contact met andere kinderen. Ze spreken w.s. wel een beetje Nederlands, maar als ik ze aanspreek worden ze verlegen of een beetje naar binnen gekeerd zoals de vrouwen. Contact met school gaat met behulp van een Poolse buurvrouw die ook Engels spreekt.
Ze wil hier zeker blijven wonen en Nederlands gaat ze ook leren. Godschalk heeft iemand die op de fabriek aan de Polen behalve het omgaan met messen, ook Nederlands leert. Een cursus van een half jaar waar hij Europees geld voor krijgt?! Zij begint in januari.

DSC06096

Er komen 2 Poolse mannen binnen. De ene herken ik, die was er ook toen Lies en ik er een vorige keer waren. Hij is de echtgenoot van de winkelmevrouw. Hij is vriendelijk en zegt zelfs iets half Nederlands. De andere man is een grappenmaker die meteen met Joanna in gesprek gaat. Ik vraag via Joanna wat ze vinden van het slechte imago van de Polen.
De grappenmaker is een van de vrijgezelle mannen waar zo over geklaagd wordt. Ze moeten allemaal lachen en ik begrijp dat hij zegt dat het vooral de Russen zijn die zo drinken en dat hij daar ook behoorlijk wat last van heeft. Hij woont op een flatje achter de Lidle. Hij laat ons een foto van zijn 15 jarige dochter zien. Hij woont sinds 2 maanden in Deventer en werkt via een uitzendbureau bij hoe kan het ook anders, bij Godschalk.
Ik doe nog een voorzichtige vraag naar het ruimte achter het blauwe gordijn, maar er is geen sprake van een cafe volgens de winkelmevrouw hoewel de twee mannen er achter verdwenen zijn en ik er ook de vorige keer al iemand achter zag verdwijnen.
Feesten vieren ze niet zegt Joanna, ze werken alleen maar. Kerst is wel een belangrijk feest voor Poolse mensen maar dat vieren ze zoveel mogelijk thuis in Polen. Ze hebben geen contact met een kerk hier in Deventer. De grappenmaker komt weer terug in de winkel en praat nog een poosje met ons. Volgens mij vindt hij Joanna wel leuk. Als we weer buiten staan geeft ze toe dat men zich een beetje terughoudend en argwanend opstelde. “Dat is normaal voor Polen hoor”, zegt ze, “men is altijd een beetje op hun hoede, misschien gebeuren er ook wel wat illegale zaken zoals dar cafe waar ze vast geen vergunning voor hebben”. In elk geval ben ik niet echt veel te weten gekomen helaas.

We fietsen door naar de Douwelerwetering 44. Daar ben ik al een keertje alleen geweest bij 2 Poolse stellen die geen andere taal dan hun moerstaal spreken. Joanna gaat voorop. Ze zegt dat ze dit een leuke afwisseling vindt tussen de hele dag pampers verschonen door.
De deur gaat open en helaas, er wordt verhuist op nr. 44. Er zijn wel 6 mensen aan het inpakken en sjouwen. Nee, natuurlijk hebben ze nu geen tijd, maar na enig aandringen geven ze ons hun telefoonnummer. We mogen over 14 dagen op een zaterdag of zondag op hun nieuwe adres komen. Dat is ergens achter het station, maar ze kunnen werkelijk niet op de naam van de straat komen. Helaas het is niet anders, we laten het er bij.

Bespiegelingen
Joanna is een echte vondst. Een leuke vrouw die volgens mij goed ligt bij de Poolse mensen. We hadden een leuk uur samen.