Week 10 november

Deze week trek ik op met mijn beide medeverkenners Lies en Jaël.

Zondag 9 november fietsen Lies en ik de wijk in. We begonnen bij de Vianeykerk in de hoop daar Polen aan te treffen maar het was er verlaten. We fietsen daarna maar in een keer door naar het Poolse winkeltje. Het is open en er staan een paar Poolse mannen met elkaar te praten. Ze spreken geen van allen Nederlands. De man achter de toonbank vraagt even te wachten. Hij verlaat de winkel en na een paar minuten komt hij terug met een man. Het blijkt een Bosniër die al 15 jaar in Nederland woont. Hij is op bezoek bij zijn Nederlandse vriendin die om de hoek woont. Hij spreekt geen Pools, maar kan ons wel wat vertellen en heeft een geheel eigen wijze van communiceren met zijn Poolse vrienden. Veel Polen werken in Epe bij Godschalk (Vleesindustrie) vertelt hij. De baas wil niet voor de Nederlandse lessen betalen en daarom leren de Polen geen Nederlands. De eigenaar van de winkel heeft een contract en werkt al 18 maanden hier. Ook anderen zijn er al geruime tijd, maar ze kunnen niet zelf hun lessen betalen.
Natuurlijk vertelt hij ook over de Bosniërs in Deventer. Er wonen er veel die vroeger bij elkaar kwamen in het centrum Buitenlanders. Dat centrum is nu gesloten door de gemeente en dat missen ze heel erg. Nu zien ze elkaar niet veel meer. Twee keer per jaar hebben ze een soort muziekfestival in de Ark. Daar komen zeker 150 mensen en dat is heel fijn, maar ze hebben geen geld om zoiets vaker te organiseren.
We krijgen de indruk dat het winkeltje een soort ontmoetingsplek is van de Polen. In de achterruimte zitten meer mensen te praten.
Je kunt hier typische Poolse producten kopen. Lies laat haar naam achter voor een vrouw die regelmatig in de winkel komt en die wel Engels spreekt.

We fietsen verder naar Amerstraat 44. daar wonen Twee Poolse echtparen heb ik tijdens een eerder bezoek ontdekt. Helaas, de mevrouw die open doet spreekt echt geen enkele andere taal en we vertrekken onverrichterzake.

In de Wielingenstraat spreken we een mevrouw (Molukse?) met een hondje aan. Zij komt uit de Keizerslanden en woont nu zeven jaar in de Wielingenstraat. Vindt het prima wonen hier. Dochtertje zit op de Zwalingenburgschool omdat ze haar niet op zwarte school wilde doen zegt ze enigszins verontschuldigend. Ze doet boodschappen op het Deltaplein. Daar mist ze de Unoxworst en dat soort producten. Als ze moest kiezen zou ze misschien toch wel terug gaan naar de Keizerslanden, daar is ze meer mee vertrouwd. Ze weet weinig over de nieuwbouwplannen, bemoeit ze zich nergens mee.

Lies fotografeert even verderop vier spelende kinderen op de schommel. Ik betrap me er op dat ik me realiseer dat het één blond kind en drie zwarte kinderen zijn en dat ik dat fijn vind.
Inmiddels totaal verkleumd zoeken we een plek om op te warmen. Het theehuis zit vol Turkse mannen, maar de cafetaria biedt warmte. Helaas geen koffie, dus maar chocomel met een kroket. Kunnen we mooi de Pinkstergermeente waar Jaël een dienst bijwoont, in de gaten houden. Die begint uit te gaan. Mensen spoeden zich snel naar huis, veel jonge mensen. Na een tijdje zien we Jaël er gelukkig uitkomen. Je weet maar nooit met zo’n instelling, voor het zelfde geld is ze helemaal bekeerd en geïndoctrineerd. Dat laatste valt mee hoewel ze zeer geanimeerd met ene Hans staat te kletsen. Hij vindt haar beslist leuk, maar het kan ook zijn dat hij een te winnen zieltje ziet. Ik heb een lichte allergie (als oud grevomeisje) voor dit soort mannen en helemaal als ie in z’n grote BMW wegscheurt. In mijn huis warmen we verder op en maken we een aanvalsplan voor komende tijd. We zijn wel een beetje uitverkend zo op de bonnenfooi. Het idee om stelselmatig een flat te pakken lijkt ons alle drie een goed idee. De camper van Lies kan eindelijk van stal want daar kunnen we opwarmen of eventueel gesprekken voeren.

DSC06082

Maandag belde Jazmin, de dochter van de fam. Ozturk om me een interview af te nemen voor haar opleiding (zie logboek 21 okt.). Ze zou vorige week bij me langskomen maar het was haar niet gelukt een parkeerplaats te vinden en was dus maar weer naar huis gereden. We deden het nu dus maar telefonisch. Het was een echt Saxionvragenlijstje met van standaardvragen. Ze bedankte me zeer omdat ik haar gevraagd had bij me thuis te komen, dat vond ze bijzonder.
Ik vroeg haar nog even naar de Meccareis van haar ouders en daar vertelde ze enthousiast over. Afgelopen zondag is er een groot feest in de Moskee geweest waar wel 300 mensen waren om afscheid te nemen van 42 mensen die naar Mecca gaan. Ze hebben getrakteerd op broodjes en Turkse karnemelk.
De hele week komen er nu mensen bij haar ouders thuis om persoonlijk afscheid te nemen en cadeautjes of geld te brengen. Het is echt een afscheid, want het kan zijn dat ze niet terugkomen.
Als ze terugkomen is er weer feest en dan komen de mensen opnieuw naar hun huis. Dan hebben haar ouders cadeautjes bij zich, b.v. ringetjes of bidkleedjes. Ze zijn dan Haci en dat is een grote eer. Drie dagen na het slachtfeest zijn ze terug en ik mag langs komen om ze te begroeten.

Vrijdag, afspraak op het Deltalplein met Jaël en Lies om samen naar Joanna een Poolse kunstenares te gaan. We hebben haar tijdens een vorig bezoek leren kennen. Joanna is een frêle leuke vrouw die ons gastvrij ontvangt. Ze vertelt hoe ze via de fa. Otto in Nederland is terecht gekomen. Idiote ronselpraktijken waarbij ze eerst vanuit een kamp in Duitsland elke dag naar Apeldoorn werden vervoerd om daar te werken. Natuurlijk moesten ze de transportkosten zelf betalen en achteraf bleek dat Otto ook geld ving van de company waar ze voor werkten, dubbel vangen dus. Otto schijnt banden met de Poolse ambassade te hebben dus daarom leek het onverdacht.
Later kwam ze op een bungalowpark in Uddel terecht waar ze met zes personen in piepkleine vakantiehuisjes werden gepropt met stapelbedden en een minimum aan leefruimte. Het is ongelooflijk dat dit in Nederland kan bestaan.
Ik denk dat haar Egyptische vriend haar een uitweg uit deze ellende bood. Enfin, ze heeft er een geweldig lief kindje aan over gehouden nu hij vertrokken is.
Haar Engels is goed en ze is bereid met ons mee te gaan op bezoek bij andere Poolse families.

Bespiegelingen
Toch bijzonder dat zo’n jong Turks meisje dat hier geboren en getogen is niet de fiets pakt naar de Rozengaarderweg en bijzonder veel moeite heeft die weg überhaupt te vinden. Ik geef toe dat ik ook nooit meer in de Rivierenwijk ben geweest sinds ik vertrok, maar ik heb wel een kaart van Deventer waar ik alles op vinden. Is dit de leeftijd en heb je dan natuurlijk geen kaart of is dit iets cultureels?

Zo’n kerkgemeenschap midden in de wijk kan best een functie hebben. Ik lees in het verslag van Jaël dat er niet veel Rivierenwijkers in de kerk zaten, maar ik had wel de indruk dat er veel mensen te voet vertrokken.
Als ik zie wat de Vianeykerk in mijn eigen wijk voor functie heeft, is het eigenlijk best jammer dat de Rivierenwijk geen echte kerk heeft. Een mooi interkerkelijk/intercultureel centrum, kan dat op het verlanglijstje.