Je zult maar aalscholver in China zijn

1

Ik ben al weer een tijdje terug van een geweldige reis door China. Een onvergetelijke ervaring, ik ben met veel indrukken en aardige Chinezen in mijn hart teruggekomen.

Als je als vogelaar een verre reis maakt is de eerste vraag van je medevogelaars altijd: “heb je nog bijzondere vogels gezien”? Logisch, wij kijken toch meestal met een extra oog naar wat er vliegt en in een vreemd land, zeker in een ver oord, zie je andere vogels dan bij ons.

Mijn reis begon in Peking of Beying. In en rondom de hoteltuin fladderden een paar zwarte vogels met lange staarten die veel kabaal maakten, maar in de stad Beying heb ik verder geen vogel zien vliegen. Ik zag wel vogels, maar die zaten in kooitjes die voor de huizen of op de balkons hingen. Ik stuitte later in een andere noordelijke stad op een dierenmarkt en daar werd ik bijna onpasselijk van. Ik zag er werkelijk alle soorten zangvogels zoals leeuweriken en zanglijsters en er zat zelfs een kleumende blauwborst treurig op een stokje blauwborst te zijn. Later ontdekte ik dat men de vogeltjes uit laat in het park. Ik heb veel, vooral oudere mannen, zien lopen met een kooitje dat ze vervolgens in de bomen hangen. In groepen zitten ze er dan gezellig met elkaar te praten terwijl de vogeltjes fluiten. Over andere cultuur gesproken. Kennelijk zijn er dus wel vogels, maar ze zijn gevangen of misschien opgegeten.

3

In het noorden liep ik een aantal dagen over de grote muur. Wat een ongelooflijk mooi en indrukwekkend monument. Eindeloos kronkelend loopt die muur door het landschap, heuvel op en heuvel af, om elke hoek is er weer een nieuw vergezicht. Echt een te gekke ervaring, maar, …. geen vogels, nou ja, eksters dan. Dat wel en misschien een enkel klein fluitertje hier en daar, maar geen prachtige zwevende roofvogels. Die zou je toch verwachten in zo’n verlaten landschap.

Ik zakte vervolgens naar het zuiden af. Ook tijdens deze lange reis zag ik nauwelijks vogels. Wel pekingeenden, maar die zagen er nogal dood uit; wel lekker trouwens. Later hoorde ik van anderen dat het een bekend gegeven is dat er in China niet zoveel vogels zijn, de reden ben ik niet te weten gekomen. Misschien zijn ze opgegeten, of misschien hield Mao niet van vogels en heeft ie ze, net als veel mensen, gewoon dood laten maken.

5

In het kader van research en onderzoek voor de vogelwerkgroep ben ik met een aalscholvervisser mee geweest. Zo’n man heeft 10 getrainde aalscholvers op z’n roeiboot zitten. Hij bint ze elke morgen een strak touw om de hals en dan roeit hij het meer op. Vervolgens maakt hij ze los op, en gooit ze in het meer. De kop is daar een prima handvat voor, met een grote zwaai gaan ze overboord. Die stomme beesten beginnen meteen fanatiek te vissen en ja hoor, binnen no time hebben ze een knoepert van een vis te pakken. Maar voor ze ook maar een poging ku

nnen doen het beest op te eten, haalt het schepnet van de baas ze handig met vis en al binnenboord; het touwtje voorkomt dat de vis alsnog gauw naar binnen wordt gewerk. Een spierinkje is het loon, waarna ze met een zwiep weer over boord gaan. Wel spectaculair om er met je neus boven op te zitten en te zien hoe die beesten als groep jagen, maar ik was ook wel wat geschokt. Deze manier van vissen is een eeuwenoude traditie die nu vooral voor de toeristen in stand wordt gehouden. Het schijnt dat je die aalscholvers er nog behoorlijk voor moet trainen. Stom van die beesten dat ze zich uiteindelijk na afloop van de vispartij weer aan boord laten lokken met een visje. Daar worden ze meteen weer vastgezet en mogen ze zich laten drogen tot de volgende ronde.

Tja, ik vrees dat ik in China alleen ongelukkige en dode vogels heb gezien.