6. Straatvuilcollega’s

Natuurlijk is het niet uniek wat we doen. Voor wij er mee begonnen waren er al tientallen mensen actief met het straatvuil ruimen. Soms gewoon voor zich zelf met een plastic zakje zo af en toe de straat even op. Ik ken een dame die dat al jaren doet. Zonder omhaal van woorden maakt ze haar eigen leefomgeving een beetje leefbaarder. Anderen hangen simpel een plastic zak aan hun hek. Ik kom regelmatig langs een huis met zo’n zak. Telkens een andere, dus hij wordt gebruikt. Ik heb veel bewondering voor het stug doorgaan met zo’n stille actie.
Tijdens onze wekelijkse tochten komen we af en toe Cambio-collega’s tegen. Soms maken we een praatje. ik vraag me af hoe ze ons zien; concurrenten? gelegenheidsopruimers? Amateurs?
In mijn eigen straat zien we ze nooit. Ze doen waarschijnlijk vooral de doorgaande wegen, voor het oog zal ik maar zeggen. Het feit dat we inmiddels zoveel echt oud achterstallig vuil hebben geruimd zegt veel over het schoonmaakbeleid van onze gemeente. Maar misschien kan het niet anders, alles heeft z’n prijs, zeker in tijden van bezuinigingen.

We hebben twee grote supermarkten in onze wijk. Een supermarkt creƫert rommel, dat is gewoon een feit. Mensen nemen een kassabon aan, kijken die buiten nog even na en smijten hem vervolgens weg. Soms pakken ze de boodschappen in een doosje. Laden de fietstas vol, en laten het doosje vallen tussen de fietsenrekken. De supermarktmanager heeft vast een afspraak met de gemeente over het schoonhouden van zijn omgeving. Dat wil nog wel eens niet lukken helaas. Op de een of andere manier voelen Frits en ik ons niet geroepen de troep van deze winkels op te ruimen. Misplaatst? Misschien, maar we ruimen zelden in de naaste omgeving van de winkels moet ik bekennen.

Een paar weken geleden liepen we aan de overkant voorbij. Er lag iets onduidelijks. Ik liep er toch maar even heen en zag dat het een dode duif was. De duif werd gepasseerd door tientallen mensen die naar en van de winkel liepen, niemand keek of deed iets. Het dier was bijna ongeschonden, misschien een klap van een passerende auto. Ik vermande me en klemde de vogel aan mijn stok. Het ging wonderlijk gemakkelijk, maar het dier was wel onverwacht zwaar. Hij verdween in mijn zak uit het oog tussen het afval. In mijn rode container vond hij een voorlopig laatste rustplaats. Later hoorde ik van verschillende mensen dat ze hem hadden zien liggen. Nee, ik ruim niet de rootzooi van de supermarkt op, maar je moet wel blijven kijken…