5. Het Lidl-karretje
Als Frits op het afgesproken tijdstip arriveert en we met onze lege vuilniszakken de straat opstappen zie ik hem meteen weer staan. Een winkelwagentje van de Lidl en het zwerft al een week door onze straat. De buurman voor wiens huis het nu staat komt net naar buiten. Hij roept: “hij is niet van mij hoor, ik heb er vorige week al over gebeld, maar ze doen er niks op uit”. Ik zie Frits peinzend kijken en roep nog voor hij iets kan zeggen dat dit zeker niet tot onze taken behoort. De Lidl is kilometers ver van hier en ik zie mezelf echt niet zo’n karretje terug brengen. We discussiĆ«ren er over en besluiten eerst ons rondje te lopen. Ik hoop stiekem dat hij het vergeet, maar helaas, als we onze volle zakken in de rode container hebben gestort, de gebruikelijke kop koffie hebben gedronken en ik hem uitlaat zegt hij: “Ik haal m’n fiets even en breng dat karretje wel weg”. Ik kan hem niet overtuigen van de dwaasheid van dit idee en besluit zuchtend dan maar mee te fietsen.
Zo rijden we even later samen de straat uit, het karretje rammelend en slingerend tussen ons in. Het gevoel van de eerste keer, dat de hele buurt mee kijkt, is weer helemaal terug. Bij de tunnel onder het spoor moeten we achter elkaar fietsen. Dat lukt niet, want de kar trekt scheef. Ik parkeer de fiets en breng de kar te voet over het voetpad naar de andere kant. Het is echt te gek voor woorden, ik lijk wel niet goed wijs.
Aan de andere kant wacht Frits met een brede grijns en ik merk dat de slappe lach naar boven komt. Giechelend fietsen we verder, nemen hindernissen als straatdrempels met halsbrekende toeren, trotseren de stoplichten bij de rondweg en belanden eindelijk bij de Lidl. Onderweg heb ik bedongen dat we voor de euro uit het karretje op z’n minst een ijsje gaan kopen. Helaas, de euro is er uit gesloopt merk ik als ik de kar tegen z’n collega-karren in de rij aanschuif. Zelfs geen ijsje als beloning.
Als we terug fietsen zeg ik Frits dat we echt een grens over zijn gegaan in ons verantwoordelijkheidsgevoel voor de buurt. Hij is het niet met me eens. “Wie moet het anders doen?” Ik mopper nog wat na, maar moet hem eigenlijk ook gelijk geven. Inderdaad, wie doet het anders.
Een week later ligt er een stapel plastic vuilniszakken bij de Fortuinhof. Ik bel de gemeente en die haalt ze op. Geen idee of ze dat ook met Lidl karretjes doen.